Een unieke internationale school met een flink Nederlands tintje aan de zuidoostkust van het Arabisch Schiereiland. Een school als een dorpje aan de voet van de bergen. In de verte zie je de blauwe zee, de golf van Oman, langs de horizon schuiven de tankers langzaam voorbij. Een ‘Learning Village’ met een verbindende marktstraat, met zijstraten richting de bergen voor vijf ‘Learning Families’, elk met zes lokalen plus ruimten voor ondersteuning.”
De PDO School is er voor kinderen van expat-werknemers van Petrol Development Oman. Zij is in 1966 met 24 kinderen gestart en was daarmee de eerste basisschool van het land. Het nieuwe schoolgebouw biedt ruimte aan 650 kinderen van 3-11 jaar. De voertaal is Engels, daarnaast zijn er lessen in Arabisch, Nederlands, Duits, Frans, Spaans, Urdu, Tamil, Hindi, Servisch en Russisch. Het magazine Raskrabbel — voor alle Nederlandstaligen in Oman — sprak met de Nederlander die aan de basis stond van de nieuwe school: Teun van Wijk van ICSadviseurs. Een artikel van Barbara de Goederen.
Een nieuwe school
Drie dagen na onze aankomst in Oman, eind 2012, brachten we onze jongens voor het eerst naar PDO-school. Het deed ons enorm denken aan de lagere scholen waar we zelf op hadden gezeten, dus wij voelden ons er meteen thuis – en de jongens gelukkig ook al snel. Maar eerlijk is eerlijk, het was best een oud gebouw, en toe aan vervanging. Die liet zoals bekend even op zich wachten, maar uiteindelijk kon onze jongste in zijn laatste jaar primary school de nieuwbouw nog net meemaken. En weer was het gevoel bij binnenkomst: dit lijkt wel een Nederlandse school! Maar dan een moderne. Dat gevoel blijkt te kloppen. Aan de basis van het ontwerp staat namelijk de Nederlander Teun van Wijk. Hij is verbonden aan ICSadviseurs, een adviesbureau op het gebied van vastgoedprojecten. Dit bureau is 60 jaar geleden opgericht, toen er in het kader van de wederopbouw veel scholen werden gebouwd. Vanuit schoolbesturen bestond de behoefte om bij de nieuwbouw nu eens niet uit te gaan van stenen, maar van het leren. Een van de ontwerpen die hieruit voortkwam was een plattegrond in H-vorm, een beetje zoals – jawel – de oude PDO-school.
Tekst loopt door onder de foto’s
Programma van eisen
Hoe is Van Wijk betrokken geraakt bij de nieuwbouw van de PDO-school? “Dat kwam eigenlijk doordat in Nederland rond 2009 de crisis begon, die natuurlijk ook in de bouw toesloeg. Veel van onze projecten werden stopgezet. Toen zijn we eens gaan kijken waar er ter wereld nog wel werd gebouwd, en kwamen uit op China, Rusland en de Golfstaten. Dat laatste leek het meest aantrekkelijk. Met vijf bedrijven die actief waren in de bouw van scholen hebben we toen een handelsmissie georganiseerd naar Saoedi Arabië, Qatar en Oman. In Muscat was er een door de ambassade en Kamer van Koophandel georganiseerde workshop, waarop we ons konden voorstellen aan een zaal vol Omani’s. Peter Wassink, toen net aangesteld als hoofd van de PDO-school, was er ook en die kwam meteen naar ons toe, want wat wij konden bieden was precies wat hij zocht. Wat wij doen, is in overleg met de school omschrijven wat de bedoeling is, wat de school nodig heeft. Met dat programma van eisen kan vervolgens de architect gaan ontwerpen. Voor PDO was er al een ontwerp, maar dat sloot eigenlijk niet goed aan bij het op de school gebruikte
IPC-onderwijs, het International Primary Curriculum.”
‘The best school in the Gulf region’
En dus ging Van Wijk aan de slag, in overleg met de schoolleiding, leraren en het Ras al Hamra projectbureau, met als opdracht ’to make the best school in the Gulf region’, zonder zich zorgen te maken over de kosten. Dat was natuurlijk een ongekende luxe, maar tegelijk ook best lastig, om zonder kaders te werken. Dat werd later allemaal wel wat scherper gesteld, maar in het begin moest er worden gezocht naar de juiste focus: wat vind je nou belangrijk voor het leren in deze school? Die periode van veel rondkijken, veel praten, was erg leuk en leerzaam. “Wat ik ook bijzonder vond, en wat ik in Nederland nog niet zo had meegemaakt (omdat iedereen daar al 20 jaar op dezelfde school werkt), was dat leraren er soms maar drie of vijf jaar zijn, en dan weer doorgaan naar een ander land. Die hadden dus allerlei verschillende ervaringen van andere internationale scholen. Het zijn vaak stoere, avontuurlijke mensen.”
Lees het volledige artikel in het magazine Raskrabbel.